dinsdag 2 juli 2024

ik kon hem wel hebben
de blozende slager in zijn gestreken
witte kiel met lichte bloedvlekken
en brillantine in zijn dunne haar
hij spuwde kort in zijn handen en wreef zich warm
vooraleer hij de ham sneed en
het koteletje hakte
altijd verhalen over lange koude winters
het rook naar verse karbonade en zware pepers
de winkel blonk, de zoete parfums
van de madammen, niet te dik gesneden
maar dat wist hij al
de frigo leek een kamer maar
hij woonde achter het brandglas met
de oude moeder, zij rolde zorgvuldig het gehakt
en verpakte de bestellingen
's avonds werd het geld geteld uitgestrooid op het toile cirée

na het weerbericht was hij ineens dood
natuurlijk liep het storm bij zijn grafkelder
en nog lang de man, aan de arm van de moeder
onbeschrijfelijk alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

ineens weet je het gewoon al lijkt het onuitspreekbaar de leegte van niet meer stil staan bij het rillen van een eikenblad het niet meer gei...