woensdag 24 april 2024

we hebben de wind verleerd
het zingen van de takken
het door merg en been
zinderen van de aria in een linde
het dansen van een kastanjeblad op de stoep
het wellustig blazen van een trombone
bij het openbreken van de dag


in het oude huis
vertellen de zeventien lagen de
voorkeuren, trends, gewoontes en dessins
de krenterigheid of de ongebreidelde luxe van Laura Ashley
er is een barstje in de gestreepte laag, een onenigheid op
het rode bloemetjesvel zwarte potloodstrepen
een ondeugend zoontje of een kwade uitval van het dwarse kind
iemand kerfde met een mes in het effen blauwe papier
een uitschuiver of nerveuze daad
alsmaar dieper worden de verhalen grimmiger en donker, dof
de kolenstoven, de oorlogen, de honger
uiteindelijk stoot je op de muur door zoveel wonen
uitgemergeld, doodmoe en stokoud maar graag
nog goed gekleed en gemaquilleerd
er is een tijd voor alles.

 

zaterdag 6 april 2024

ik heb geen splinter logica
alles wat vanzelfsprekend lijkt is mij vreemd
ik vind zelfs één plus één onbegrijpelijk
simpel maar toch, de nul is gewoon voor mij de letter O
een staartdeling tot daar aan toe maar liefst
niet achter de komma
nochtans is de komma mijn lieveling
maar dan in een boek of poëzie
de zachte weifelende krul waarbij
je even je wijsvinger op je lippen legt
véél langer dan nodig bij stil staat
zoals je kijkt naar een doek van Hopper
urenlang tot de suppoost je wijst op het sluitingsuur

 

 de dichter
de eenzaat
wacht en schrijft
meer af en toe dan continu
een stoptrein, altijd in vertraging
lome deuren, op en afstappen
zuchtend en kreunend
de dichter
stil en duister in de nacht
soms een kreet, een vermoeden
nooit uitgesproken, vaak onverstaanbaar
heimelijk is de dichter
een schildpad die na lange tijd weer door het gras kruipt
we wisten amper dat ze er nog was
de dichter
is eenzaam op zijn mansarde of kelderverdiep
rookt hij of drinkt spaarzaam cognac
want de dichter is arm
soms verkoopt hij een gesigneerd gedicht
aan het verlegen meisje
alle dichters sterven bij leven


 

ineens weet je het gewoon al lijkt het onuitspreekbaar de leegte van niet meer stil staan bij het rillen van een eikenblad het niet meer gei...