het was een zomer zonder zomer
die late namiddag in het leeg gelopen zaaltje
ze ruimden zwijgend de zandasbak op het koertje
de halflege kopjes, een verweesd broodje
het trage tafelkleed
er passeert een wagen in de straat
zoals alles voorbij gaat
plots kijken ze op, de man en de vrouw
een verwaaide deur, een spleet licht
vluchtig als een argusvlinder
dan zetten ze de stoelen op tafel
alsof er niets is gebeurd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten