woensdag 24 januari 2024

 



het wachten is voor de dichter
voorbehouden zoals rimpelloos water
aan de visser, het verdoen van tijd
waarvan we denken dat die bestaat
het ondergaan van de zon en
dan weer ochtendklaarte achter een einder
die we nooit kennen dan
is wachten haast
een daad van onbuigzaam verzet


op een zekere dag zal het dor zijn
de leegte van de speelkoer in een hete zomer
het zal zijn als woorden die je niet meer weet
of vergeten namen en toch
zal het geen alzheimer zijn
het zal gewoon helemaal op zijn
vogels gaan dan schuilen in het struikgewas
met dikke nek en gezwollen veren
en houden op met ritselen en vliegen
ze wachten heel gewoon tot het haast
vanzelfsprekend dooft
wij, wij moeten het uitzingen
zoals de heel oude analoge TV
waar je na lang kloppen enkel nog sneeuw ziet
soms een flard en dan weer troebel
maar die halsstarrig weigert de geest te geven 


 

donderdag 18 januari 2024

er is nog zoveel lente weg
in de kraaknette stad waar
iedereen zwijgt tegen het vanzelfsprekend
wit dat gul de straten kleurt
bedelaars maken vuur in de impasse
waar geen mens hen tegen spreekt
geruisloos als vlokken valt de avond in de stad

er is nog zoveel tijd voor lente

 

 en dan is het in januari plots lente bij de bakker
het lauwe licht, de krokante broodjes, het verse brood
je kan de geur haast strelen, het meisje in smetteloos witte schort
is altijd vriendelijk in het frans of het engels, haar nederlands vermakelijk
hoe de ontbijtbroodjes onberispelijk tuimelen in de bruine zak
het zachte kraken bij het sluiten, het schuifelen
van nieuwe klanten, begerig over de lange toog, de zoete chocola
het is altijd warm bij de banketbakker.

woensdag 10 januari 2024

 toen mijn vader ophield met leven
stierf gelijk de oude Telefunken
alsof ze vergroeid waren en alleen
hij exact wist waar men hoorde
te kloppen op de eikenhouten rug
Budapest, Wien en Paris verschenen
traag en apart, London gelijk met Greenwich Mean Time
het leken wel uren eer Monte Carlo het licht zag
alsof het eerst wat diende te verdonkeremanen
elke stad een verhaal, je was er nooit ineens zo lang
duurde het eer hij uitging
als het geluid van een Sabena Boeiing 747
die helemaal oploste, soms nog een streep wit tegen een oranje hemel
en dan niets meer


 wat als de Noordelijke Ijszee
zomaar smelt en briesend langs
Noorwegen, Denemarken over de wereldbol stroomt
tot Amsterdam, Parijs en Zurich helemaal blank staan
de Mount Everest als een pudding ineenzakt
de Wolga droog komt te staan, het Regenwoud in lichtelaaie
de Etna en de Katla als vuurspuwende draken
de biotopen verstikken, jaguars en beren
hongerig zwerven door de straten van Catania en Reykavik
in Death Valley de ondraaglijke geur van olie en zwavel

dan omhelzen de Heren uit het Kremlin, Washington, Jeruzalem 
en Tokio mekaar hartelijk aan het ronde bronzen meubel
vegen ze in één handomdraai Oekraïne, Gaza, Khartoem en Goma van tafel

er is nog hoop voor deze wereld op aarde

ineens weet je het gewoon al lijkt het onuitspreekbaar de leegte van niet meer stil staan bij het rillen van een eikenblad het niet meer gei...