donderdag 28 november 2024

oo, er is niets
wat je soms leest
geen echtbreuk, ongeneeslijk
kind, het huis staat niet in brand
geen armoe, obsessies, geen oorlog zelfs
het klavier is gedwee
in ijselijke lijzigheid duurt de uitgerokken lange dag
de nevel van een lege tijd
gedachten hol, de kwisjes op TV
zwijgen een gewoonte, apart slapen naast mekaar
hij dooft de lichten
morgen weer klaar
het is godgeklaagd
dat je nooit kunt repeteren
of zelfs geen tweede keer mag
zoals bij het parkeren in één vloeiende beweging
bij het rij-examen
de mooiste dood is natuurlijk omringd
door geliefden, nog wat herinneringen, een mop
kus op het voorhoofd, een knuffel
en dan, niet te lang meer, zacht vergaan
sterven in je slaap is het makkelijkst, zeggen
de overledenen, wat zou het ?
Tenzij je de avond vóór het slapen gaan zegt :
vannacht ga ik sterven. Goeienacht nog.
Het is van alle tijden, iedereen doet het
maar men zwijgt er over in alle talen.
Daar zijn geen woorden voor.
Toch maar proberen ?
Makkelijker gedaan dan gezegd, dat sterven.

maandag 4 november 2024

hij had die afgewerkte adem
van een olijfboom in de vroege lente
zo iemand bij wie je vanzelfsprekend stil staat
en geruisloos wacht bij elk luchtledig moment
en dan die souffle van presentie
die rust van een windstil blad aan die olijfboom
je zou er zelfs vrede mee hebben als hij doodgewoon

 

de kreet van de oude
het zou pijn kunnen zijn of
gewoon een roep om de verlorenheid
in het geroezemoes van de afdeling Herfstvreugde
of een banale stervensnood, zo vergaat
de kreet tussen de rochels en het schreeuwen
dan staat hij ineens recht, in kamer 201
en gooit de rollator in een ruk door de kraaknette ruit
bij geen godverdomme of kwaadheid
gaat hij zitten in de relax met traagschuim kussen 

ik weet dat het gaat sneeuwen straks in de nacht, wit in zwart zoveel als een vermoeden dat onvermijdelijk wordt en vlokken die vanzelf gaan...